Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Misschien zal hunlieder smeking voor des HEEREN aangezicht [10]nedervallen, en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg; want groot is de [11]toorn en de grimmigheid, die de HEERE tegen dit volk heeft uitgesproken. 10. Dat is, misschien zullen zij met ootmoedig smeken en bidden voor God nedervallen, of hun smeken Hem voordragen. Men kan het ook aldus nemen dat, gelijk het gebed gezegd wordt op te klimmen, ten aanzien van het geloof, alzo ook met recht gezegd wordt voor den Heere neder te vallen, ten aanzien der nederigheid en bekentenis onzer onwaardigheid. Sommigen nemen vallen voor bevallen, gevallen, welgevallen; dat is, aangenaam zijn, gelijk onder hfdst.37 vs.20. Vergelijk ook hfdst.38 vs.26, en hfdst.42 vs.2,9. 11. De straffen, plagen en ellenden, die Hij hun gedreigd heeft, indien zij zich niet bekeren.